Japanse schoenen (ook te zien in Nederland)
Schoenen zijn grensoverschrijdend. Waarschijnlijk is de schoen vele malen opnieuw uitgevonden. In verschillende delen van de wereld heeft de schoen een eigen ontwikkeling doorgemaakt.
In het Nederlands Leder en Schoenenmuseum in Waalwijk zie je per land hoe de schoen gegroeid is. In een hoekje van het museum, bijna los van de rest van de collectie, staat de vitrine met Japanse schoenen. Dat de vitrine afgezonderd staat is geen toeval. Japan is als eiland altijd relatief afgezonderd geweest van de rest van de wereld. De cultuur heeft zich zonder al te veel invloeden van buiten kunnen ontwikkelen. Dat maakt Japan net even anders dan de rest van de wereld. Zo ook de Japanse schoenen.
Japanse schoenen

Geta
De geta is een traditionele Japanse schoen. Of liever gezegd een combinatie tussen een klomp en een slipper. De geta komt oorspronkelijk uit China maar is na de introductie in Japan doorontwikkeld. Het is een soort houten sandaal met een verhoogde zool. Twee stoffen stroken aan de bovenkant zorgen voor een verbinding met de voet. Traditioneel wordt de geta gedragen onder een kimono of yukata. De verhoogde zool houdt de voeten droog in regen en sneeuw.

Zori
Deze vorm van Japanse schoenen is een simpele slipper gemaakt van rijststro. Dat doet vermoeden dat de zori hoort bij de werkman. Het waren echter niet de boeren die de zori droegen. Net als de geta was de zori onderdeel van de formele kimono. De zori staat qua status vrijwel gelijk aan de geta. De meest formele zori zijn niet van stro maar van stof.
De bovenkant is exact in het midden aan de zool bevestigd. Er is dus geen verschil tussen links en rechts. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de zori onder westerse invloeden een veel informelere slipper geworden.

Waraji
Deze Japanse schoenen zijn oorspronkelijk gemaakt van stro touw. Dat is een stuk ruwer dan het materiaal gebruikt voor zori. Waraji waren voor de gewone man (en vrouw). Ook de samoerai en voetsoldaten liepen op waraji. Tegenwoordig dragen Boedhistische monniken ze nog.
Waraji bestaan uit een dikke zool en een aantal touwen. Aan de voorkant gaan de touwen tussen de grote teen en de overige tenen door. Aan de achterkant knoopt het geheel rond de enkel. Een stuk minder elegant maar wel beter geschikt voor lange wandelingen.
Aan de schoenen was dus de status van de drager af te leiden. Wat opvalt is dat de schoenen voornamelijk zorgen voor bescherming van de onderkant van de voet. Vraag je je af hoe het dan met de bovenkant zit? Lees snel verder!

Tabi
Japanners dragen traditioneel sokken om de bovenkant van hun voeten te beschermen. Alle soorten Japanse schoenen hadden een bevestiging tussen de tenen. Japanse sokken, tabi, hebben dus ook een uitsparing tussen de grote teen en de rest van de tenen. Zo was de tabi geschikt voor alle vormen van Japans schoeisel. Waraji werden overigens veelal zonder tabi gedragen.
De tabi is nog steeds onderdeel van de formele Japanse klederdracht. Als formeel kledingstuk is de tabi altijd wit. Er zijn informelere tabi te koop in allerlei kleuren. De informele versie zit een stuk comfortabeler dan de formele overigens.

Jika-tabi
Ten slotte de jika-tabi. Dit is een versie van de tabi die geschikt is voor direct contact met de grond. Vaak zijn jika-tabi hoger dan de enkel en soms zelf waterdicht. De Japanse versie van de laars dus. De jika-tabi is minder traditioneel dan de rest en dook pas op in de 20ste eeuw. Je ziet de jika-tabi tegenwoordig vaak aan de voeten van bouwvakkers. Ook onder de mannen die jinrikisha, de Japanse vorm van de riksja, rond rijden met toeristen in steden zoals Kyoto is de jika-tabi populair.