Dit artikel is geschreven door
Fietsen in Japan vind ik erg leuk. Laatst vroeg iemand wat voor mij de mooiste plek in Japan is. Zonder te twijfelen antwoordde ik Naoshima. Kunst, architectuur, bergen en eilanden: alles waar ik van hou op één plek. Dat vonden de vragers een goeie opsomming, ze kenden het eiland en waren er ook al geweest. Hierop volgde een heel gesprek over dit kleine eilandje en was ik in mijn enthousiasme en liefde voor dit eiland vergeten dat ik midden in een sollicitatiegesprek zat. Zodra ik de kans heb om met mensen te praten over Naoshima, pak ik die met beide handen aan.
Toen mijn vader vertelde dat we tijdens onze reis door Japan misschien een paar dagen zouden stoppen op een ‘kunsteiland’, zag ik er een beetje tegenop. Dagen achter elkaar alleen maar door musea slenteren? Hoewel ik van kunst hou, gaat dat me een beetje ver. Maar tegen al mijn verwachtingen in werden de dagen op Naoshima de leukste in mijn hele maand reizen door Japan.
Overnachting zoeken op Naoshima kan best moeilijk zijn. Het eiland is klein en het aanbod betaalbare hotels nog kleiner. Om tijdens vakanties op het eiland zelf te verblijven, moet je ver van te voren boeken. Natuurlijk kun je ook verblijven in de grote stad Takamatsu op het veel grotere eiland Shikoku (een van de 4 grootste eilanden van Japan). Vanaf daar is het een uurtje met de veerboot naar het eiland.
Toen we met de veerboot aankwamen uit de stad Uno (gelegen op het grootste eiland van Japan), zagen we meteen al de rode versie van de beroemde gele pompoen van Yayoi Kusama. Omdat ons verblijf zo kort was, hadden we de grootste koffers in kluisjes op een station achter gelaten. Met de bus vertrokken we vanaf de haven in het dorpje Miyanoura richting het andere dorpje Honmaru naar ons hotel om de rest van onze koffers te droppen.
Fietsen in Japan: Naoshima
Wij verbleven in een hotel genaamd Bamboo Village. Er werkt wel iemand die Engels spreekt, maar met een beetje stuntelig Japans was alles te regelen met de eigenaresse. Van haar konden we ook fietsen huren. Ik moet zeggen dat fietsen in Japan in het algemeen en op Naoshima in het bijzonder een heel goed idee is, niet alleen omdat het zo mooi en leuk is, maar ook omdat de kunstprojecten nogal ver uit elkaar liggen. Vooral de tot kunst omgetoverde huizen van Art House Project liggen verspreid over het eiland.

Dus we sprongen op de fiets en sjeesden de berg af, op naar de kunst. Meteen kwamen we bij één van de Art House Projects. Haisha, van de kunstenaar Shinro Otake. De buitenkant was al heel indrukwekkend, maar ook de binnenkant was een en al kunst. Zelfs de vloer was kunst met een glasplaat erover heen, zonder schoenen mocht je door het hele huis lopen. Daarna fietsten we door naar de gele pompoen. Wat bijna aan de andere kant van het eiland bleek te zijn, zonder fiets hadden we dat helemaal moeten lopen.
De volgende dag was een lange dag voor ons. Het was al de laatste dag en er was nog zoveel om te zien! We begonnen weer met wat Art House Projects en tussendoor het Ando Museum. Het Ando Museum is ook een huisje in een gewone straat en ziet er van buiten niet heel bijzonder uit, maar het is ontworpen door de architect Tadao Ando. Aan de binnenkant zie je zijn stijl heel goed naar voren komen met zijn specialisatie in beton. Het was erg mooi om te zien, al was het er erg druk en is een Japans huisje toch te iets te klein voor al die toeristen.
Na de lunch maakte we een wat grotere fietstocht via de rode pompoen (waar we de dag ervoor waren aangekomen) naar het Chichu Art Museum. Dit museum is een prachtig gebouw ontworpen door Tadao Ando. Tijdens de constructie van het museum hadden ze de berg afgegraven om de betonnen muren te plaatsen, daarna werd de berg weer opgebouwd. Vanuit de lucht zie je enkel een paar betonnen vormen uit de berg steken, maar van binnen wordt er constant gespeeld met het daglicht dat door die vormen naar beneden komt. Het Chichu Art Museum is zo populair dat je na het kopen van een kaartje moet wachten tot je naar binnen mag. Maar daardoor is het binnen nooit te druk.

Daarna maakten we een redelijk gehaaste terugkeer naar het dorpje Honmura waar onze koffers en de veerboot ons opwachtten. Eerder waren onze fietstochten via de ‘grote’ wegen, maar dit keer namen we de kleine weggetjes door de natuur. Het eiland is klein en veel wegen zijn er niet. Als ik Naoshima op Google Maps opzoek, kan ik ze meteen terug vinden. Ik weet nog precies dit is waar we de weg kwijtraakte, en dit pad moesten we inslaan, maar hadden we gemist.
Hoewel we het pad hadden gemist en een eindje terug moesten fietsen kwamen we op tijd aan voor de veerboot. Toch een beetje teleurgesteld zwaaide ik een laatste keer naar het eiland. Ik wilde nog lang niet weg. Ik heb nog lang niet alles gezien daar, dus ik hoop ooit nog terug te komen en weer met de fiets van de berg af te racen op zoek naar meer kunst.